Verschenen in Glorieuxkrant, De krant voor bewoners, mantelzorgers, vrijwilligers en medewerkers, jaargang 2023 nummer 3, oktober 2023
Je voorstellen, vertellen wat je doet binnen Glorieux, en hoe je hier terecht bent gekomen: dat is de opdracht van Carla Bodet, coördinator van de vrijwilligers. Welnu, ik ben hier terecht gekomen in 1997 als pastor; ben getrouwd met Annemieke; we hebben zes dochters en negen kleinkinderen (de laatsten toen nog niet allemaal geboren). Ik kwam toen al vrijwillig, maar moest natuurlijk wel solliciteren op de baan van pastoraal werker; voor het eerst gingen de zusters zo iemand aanstellen, vanwege het verwachte gebrek aan priesters in de toekomst. Toen ik in december 2019 met pensioen ging (op 75-jarige leeftijd), vond ik het vanzelfsprekend om als vrijwilliger binnen het pastoraal team (met Marleen Kremers en Anita Petit) dóór te gaan. Zo kon ik betrokken blijven bij het wel en wee van de zusters die ik, zoals gezegd, al vanaf 1997 kende. Ik kom vaste prik op Glorieux op de maandagen, en verder op droevige momenten (overlijden) en feestelijke (jubileum, Glorieuxdag, etc.). Ik zal mijn maandag beschrijven. Het begint met bijpraten, waarbij ik probeer om Marleen en Anita niet van hun werk te houden. Dan is er koffie om 10.00 uur: in de kring met de zusters en andere bewoners van Huize Glorieux. Het is prachtig als Eugenie (een collega-vrijwilliger) koffie inschenkt en een koekje presenteert. Dat noemt ze “een volle bediening” waarbij ze (terecht) opmerkt dat je beter door háár ten volle bediend kunt worden dan door de pastoor (“zeg maar, joh, zoals ons moeder altijd zei”). Na de koffie maak ik een wandeling met zr Amabilis door het schitterende park. Onderweg kun je tuinbaas Harrie tegenkomen die altijd wel iets interessants te vertellen heeft over dit bijzondere park: waar het hart vol van is loopt de mond van over. Maar ook hem probeer ik niet van zijn werk af te houden. Maar hier is weinig strengheid: een babbeltje tussendoor moet kunnen, dat is heel goed voor de sfeer en onderlinge betrokkenheid. Hé, ik ben al aan het preken, maar dat doe ik eigenlijk pas tijdens de dienst van woord en communie om 11.30 uur in de kapel. De zusters zijn mijn trouwste publiek, de broeders komen minder, de bewoners gaan waarschijnlijk alleen op zondag naar de kerk, zoals ze al dan niet gewend zijn. Bij de lunch geniet ik van de heerlijke soep, slechts voor 80 cents te koop. Trouwens, de laatste maanden ben ik ook een afnemer van de groentes die Ingrid de tuinvrouw aanbiedt voor één euro. Heerlijk die biologische, verse groente uit Le Potager. Tussendoor doe ik kantoorklusjes, week- en maandlijsten voor de kapel bijvoorbeeld. De bijbelgroep op de laatste maandag van de maand (ook met mensen van buiten) beschouw ik als een hoogtepunt van mijn vrijwilligerswerk. Tegen 15.00 uur stap ik op mijn vouwfiets, en dan reis ik met de trein van 15.14 uur naar Tilburg. Vandaar nog een stukje fietsen naar Goirle waar ik woon. Ik hoop nog jaren vrijwilliger te blijven, al zijn er tegenwoordig nieuwe medewerkers die me bij de koffie vragen: “op welke flatje woont u?” Dat herinnert me er aan dat ik langzamerhand in leeftijd en verschijning niet veel meer verschil van de doorsnee-bewoner van Huize Glorieux …